Zuil, kubus en bol: eeuwige vormen voor André Volten

Paaskaarshouder De Thomas Foto: M. Steinbach

In de veertigdagentijd staat de Paaskaars centraal in de diensten van De Thomas. De houder ervan is een echte blikvanger: dit is een geschenk van André Volten, één van de belangrijkste naoorlogse abstracte kunstenaars in ons land, na het overlijden van Sijmons in 1989.

André Volten is de man die onder andere de entree van de Jaarbeurs ontwierp en maakte. Daarnaast zijn zijn beelden ook te vinden in openbare ruimten in onder andere Utrecht, de Keukenhof, Amsterdam en Duitsland. Geen kleine prestatie, kunst in de openbare ruimte plaatsen. Hij overdacht de rol van de kunst in het straatbeeld.

Bovenstaand filmpje geeft een goede indruk van het werk van Volten. Maar wie was hij?

André Volten werd in 1925 in Andijk (NH) geboren, als zoon van een visser. Hij kreeg direct na de oorlog de kans om zijn opleiding te vervolgen aan de Kunstnijverheidsacademie (nu de Rietveld). Zijn kunst startte bij schilderijen, maar al snel ging hij werken met hout, ijzer, staal en graniet. 

Amsterdam-Noord

Amsterdam-Noord werd zijn plek: hier kwam later zijn atelier te staan. Hij kon dat nog niet voorzien toen hij aan het begin van zijn carrière begon met ijzer en staal, bij de NDSM-werf in Noord. In zijn autobiografische notities schrijft hij dat hij het werken met ijzer en staal daar leerde. Volten: “Ik was een kunstenaar die meewerkte in de productie op schepen en in werkplaatsen. Als het werk het toeliet, mocht ik voor mijzelf studeren en experimenteren. […] Toch zijn er altijd mensen die zich over je ontfermen en die je beschermen: de vakmensen die het zich kunnen veroorloven om je ‘the benefit of the doubt’ te geven. Van die vaklieden heb ik veel geleerd, in velerlei opzicht.” 

Het poortgebouw van het voormalige Asterdorp in Amsterdam-Noord was van 1952 tot zijn dood in 2002 in gebruik als werkplaats van André Volten. In 2016 werd het opgeknapt en als ‘Villa Volten’ in gebruik genomen.

Bekendheid

Beeld Volten in de Keukenhof

Zijn werk werd aan het begin van zijn carrière gekocht door de Keukenhof en de Rijksoverheid. Ook een opdracht van architect Cuypers voor het Nieuwe Lyceum in Hilversum gaf Volten veel bekendheid. Dat zijn werk, als ding tussen de dingen mocht staan in de openbare ruimte, maakte hem zelfstandig. Volten zegt zelf: “Door het timmeren aan de weg en in de openbare ruimte heb ik me moeten en willen bezighouden met de openbare ruimte zelf- een schaars en kwetsbaar goed – en met de inrichting, functies, betrekkingen en spanningen van de verschillende componenten die samen de openbare ruimte vormen en openbaren.” Volten heeft talrijke constructivistische sculpturen opgesteld in vele steden in Nederland en daarbuiten. 


Altijd in samenhang

In de jaren 1955-1969 was hij betrokken bij de ‘Liga Nieuw Beelden’, een Nederlands kunstenaarscollectief dat gevormd werd door een samengaan van kunstenaars uit diverse stromingen, zoals Cobra. De liga streefde volgens het oprichtingsmanifest naar een eenheid tussen kunst en leven. Ze wilde werken aan het verbeteren van de leefomgeving. Kleur in de architectuur werd als belangrijk gezien. In 1962 verschoof de aandacht van het gebouw naar de stedelijke ruimte. 

IJzer, staal en de openbare ruimte

Volten had een fascinatie voor ijzer: “IJzer is geen standvastige of duurzame toestand van het element. Het is een fase, tijdelijk en kortstondig, tussen erts en schroot of roest… als wijzelf. IJzer is een humaan materiaal, een element dat nauw en direct verbonden is met de mens. De aarde draait tussen de magnetische polen wij draaien mee.

Hij was zich zeer bewust van de impact van zijn werk op die openbare ruimte: “Voordat het (de openbare ruimte, red.) aan de anderen kan worden aangeboden, moet je eerst een (deel van de) ruimte scheppen en organiseren, zodat een kunstwerk kan zijn en functioneren in contrast en/of harmonie met het andere. Zo worden de dimensies van het kunstwerk steeds groter: waar we begonnen bij een klein stukje grond aan de openbare weg, zitten we nu bij de grondslagen en de inrichting van een democratische maatschappij. Wat moet die en wat doet die met kunst? Wat is de plaats en de betekenis van de kunst? in een democratische gemeenschap?
Zijn verdere gedachten zijn zeker het lezen waard: u kunt ze hier vinden.

Volten’s werk: overal te vinden

André Volten bij gelegenheid van zijn zestigste verjaardag in het Kröller-Müller museum, tevens fotobron

In het Kröller-Müller museum werd in 1985 een tentoonstelling georganiseerd ter gelegenheid van Volten’s zestigste verjaardag. Toen zijn vele maquettes en modellen van zijn sculpturen opgesteld;  een digitale impressie is hier terug te vinden. Nog steeds zijn er objecten van Volten in de beeldentuin te vinden.

Het museum Beelden aan Zee eerde hem met een overzichtstentoonstelling in 2018, en eert hem door op de website de introductie te publiceren van deze tentoonstelling. Daarbij werd door Utrechts kunstenaar Ruud Kuijer teruggekeken naar zijn beelden op het Jaarbeursplein in Utrecht, die Volten begin jaren tachtig maakte. Kuijer plaatste ook al veel beelden in de openbare ruimte. Deze lezing van Kuijer, gegeven bij de opening van de tentoonstelling bij Beelden Aan Zee, staat vol beeldmateriaal en is hier in PDF te vinden.

De Knoop van Volten

Beeld Knoop, André Volten, bron: OogopAmsterdam

In het oude atelier van André Volten aan de Asterdwarsweg 10 in Amsterdam-Noord is een tentoonstelling ingericht, getiteld André Volten en samengesteld en ingericht door architect Trude Hooykaas (tevens bestuurslid van stichting André Volten). Deze zal na opheffing van de coronamaatregelen weer te bezichtigen zijn. Interessant detail: Hooykaas ontving van stadsdeel Noord een erespeld voor haar ontwerp het Kraanspoor, waarmee ze de architectuur in het stadsdeel op de kaart heeft gezet. De erespeld heet ‘Knoop van Volten’. Het beeld aan het IJ is het origineel van de speld.

 

 


Waar mogelijk leiden de foto’s terug naar de bron van publicatie. Overige bronnen:

Stichting André Volten 

Liga Nieuw Beelden (Wikipedia)