Foto: Courtesy Everett Collection
Beknopte weergave van de dienst op zondag 5 september 2021, door predikant Evert Jan de Wijer vanuit de Thomas. De tekst die centraal stond was Johannes 7:1-24. In dit gedeelte gaat Jezus met zijn broers naar het joodse Loofhuttenfeest.
De opname van de kerkdienst kunt u hier terugkijken of -luisteren.
“Israel had in 4 BC had no mass communication” zingt Judas in Jesus Christ Superstar. Maar toch, en misschien wel juist daarom is Jezus in die tijd en in dat vreemde land Israël gekomen. En dat heeft ons, 2000 jaar later ook iets te zeggen.
Een eeuwigheid geleden speelde ik, Evert Jan de Wijer, de rol van Judas in de rockopera Jesus Christ Superstar. Oorspronkelijk zou ik de zesde soldaat van rechts zijn, door een vriend bij het katholieke jeugdkoor gehaald, vanwege dat eeuwige gebrek aan mannen. Maar, bijna een soort filmcliche, een paar weken voor de première kreeg de oorspronkelijke acteur iets aan zijn stembanden. In allerijl werd een auditie uitgeschreven en kreeg ik de rol. Niet zozeer omdat ik nu de beste zanger was – de muzikaal leider moest in allerijl mijn partijen lager transponeren – maar omdat ik alle teksten van alle rollen kon dromen. Was dat puberaal grijsdraaien van die befaamde dubbelelpees op mijn slaapkamer toch nog ergens goed voor.
In de befaamde titelsong Jesus Christ Superstar stelt de inmiddels gestorven Judas aan de te sterven Jezus een aantal nog altijd indringende vragen. Ze komen er eigenlijk vooral op neer waarom hij daarvoor gekozen heeft om te sterven? Wist hij bijvoorbeeld dat hij uiteindelijk daarom vooral onthouden zou worden? Maar dan nog, waarom deed hij dat? En vooral: ‘why did you choose such a backward time and such a strange land? Was Jezus vandaag gekomen, in onze moderne tijd, wat een bereik, wat een mogelijkheden zou hij hebben gehad. ‘If you’d come today, You could have reached the whole nation, Israel in 4 BC had no mass communication’. U merkt, de teksten zitten er nog altijd lekker in.
De kritische vragen laten zich horen. Het zijn, denk ik, nog altijd ook onze vragen. Naast wat vragen die mij nu wat belegen overkomen, maar wel helemaal jaren zeventig van de vorige eeuw… Of Boeddha nu ook een beetje gelijk had. Of Mohammed. Nee, denk ik dan. En het christendom ook niet. Maar de vraag waarom nu Jezus zwijgend het lijden tegemoet moest gaan en of het niet anders had gekund. Of hij zich niet een superster status had kunnen aanmeten, is bij tijd en wijle ook de onze.
In ieder geval is het in onze lezing van vandaag de vraag van de broers van Jezus. We zijn altijd weer een beetje verbaasd, zo merkte ik, als er sprake is van de familie rondom Jezus. Wij zijn blijkbaar als protestanten toch meer aangedaan door de Rooms Katholieke leer van de pre – en postpartum maagdelijkheid van Maria. Eén kind, vooruit dat kan, zolang het Jezus is. Maar Jezus omringd door broers en ongetwijfeld ook zusters… Met, wat we eigenlijk in alle gedeelten in de evangeliën merken waar dat ter sprake komt, nogal aangespannen familieverhoudingen: ingewikkeldheden tussen broers en zusters, Jezus als dwarsligger binnen het gezin en wat doen we met Maria met de Kerst. Dat maakt Jezus misschien wel veel menselijker dan wij voor waar willen hebben. Dat maakt God veel menselijker dan wij waar willen hebben.
De broers zijn Jezus niet onwelgezind. Zij verschijnen in de marge in het evangelie volgens Johannes, soms samen met hun moeder, als een derde partij. In dit hoofdstuk tussen de Schriftgeleerden en Farizeeërs en de leerlingen van Jezus in. Een kort zinnetje meldt dat Jezus, samen met zijn broers en hun moeder na de bruiloft te Kana naar Kafarnaüm afdaalt. De bruiloft waar het ook niet bepaald vlekkeloos verliep tussen Jezus en zijn moeder. En daar zijn zij blijkbaar nog altijd als Jezus in de synagoge van Kafarnaüm zijn lange en opzienbarende verhaal houdt over het brood des levens dat hij zelf in eigen persoon is. Anders dan de aanwezige judeeërs en de grotere groep leerlingen rondom Jezus wijzen zij deze pretenties niet af maar geven zij Jezus advies. Een advies dat nogal wat parallellen heeft met de Judas uit het verhaal van Jesus Christ Superstar. Inderdaad, een PR advies: Doe de wonderen, de tekenen die Gij verricht nou niet in het verborgene, in een uithoek van de samenleving. Maar wees daar middenin aanwezig! Laat de mensen versteld staan en lever overtuigend bewijs! Laat Israël in 4 BC inderdaad geen massacommunicatie hebben, een feest als Loofhuttenfeest waarin iedereen van heinde en verre probeert om in de hoofdstad, om in Jeruzalem te zijn, komt daar wel heel dicht bij! Laat het daar zien! Trek op naar het Malieveld! Bestorm Den Haag! Verwerf een plek aan de tafel van de zoveelste talkshow. Bij voorkeur, zo begrijp ik, niet die van Khalid en Sophie. Want die mist nu alweer urgentie.
Het zijn goedbedoelde adviezen. Gegeven, misschien niet uit geloof in Jezus maar dan tenminste toch een vorm van loyaliteit. Vanuit de loyaliteit van de familiebanden, de bloedlijn. Het is misschien dan wel een merkwaardige broer die wij hebben, maar het is wel onze broer.
Des te harder van ons de verbeten afwijzing die hen in dit evangelie volgens Johannes ten deel valt. Iets dat echt het kenmerk bij uitstek van dit evangelie is. De broers, zo zegt ons de evangelist Johannes, geloven niet in Jezus. Zij, zo zegt Jezus het ongeveer, zij hebben geen problemen met deze wereld. Deze wereld zal hen niet haten omdat zij precies hetzelfde doen en denken als de wereld denkt. Daarom is voor hen elk moment geschikt om van alles te doen, te denken en te zeggen. Omdat het niet wezenlijk verschilt met wat de wereld altijd al gedaan, gedacht en gezegd heeft. Maar Jezus moet wachten. Hij moet wachten tot het uur daar is. Het uur van de scheiding der geesten. Het beslissende moment waarin het erop of eronder is. Of beter en bijbelser gezegd, eronder, opdat de wereld gered wordt en zal baden in een ander licht.
Het evangelie volgens Johannes is het evangelie van de grote tegenstellingen. Tussen licht en donker, goed en kwaad. Al snel wordt dat een tegenstelling tussen kerk en wereld. Tussen de mensen die wel en niet geloven. Mensen die tot de gemeenschap van Jezus horen en mensen die dat afwijzen. En daar geven passages als deze, waarvan er vele zijn in dit evangelie, natuurlijk ook aanleiding toe. Het gaat hier inderdaad ook steeds over tegenstellingen en misverstanden. Een groeiende verwijdering tussen Jezus en zijn omgeving. Maar die omgeving, dat zijn dus geen rabiate duivels. Verpersoonlijkingen van het kwaad. Kinderen die het duister meer liefhebben dan het licht. We moeten dus niet op zoek gaan naar laat ons zeggen, nieuwe manifestaties van Hitler. Taliban, ik noem maar wat. Maar de omgeving van Jezus. De mensen die het niet snappen. De mensen die helemaal samenvallen met de wereld die God niet wil, de wereld van de duisternis. Dat zijn heel redelijke mensen. Mensen die denken in termen van haalbaarheid, targets en succes. Het is zelfs niet onvergelijkbaar met de manier waarop de kerk zich vandaag nog wel eens wil presenteren. Compleet met customer journeys, KPI’s, doelgroepanalyses. Gretig kijken wij hoe Coca Cola het doet. Of IKEA. En laten we eerlijk zijn: wij doen het momenteel ook. Ook wij zijn er vandaag heel druk mee bezig om te kijken hoe wij van De Thomas een succes kunnen maken. Maar heel kritisch gezegd: het gaat er ten diepste vanuit dat wij dat kunnen. Dat wij daartoe in staat zijn. Dat wij voldoende vroomheid hebben om dat te bereiken. We moeten het gewoon wat slimmer aanpakken. Kijken waar de markt zit. Nou, dan moet je geen dingen in het verborgene doen. Dat kan elke communicatiestrateeg je adviseren. Israël in 4BC had no mass communication. Maar dat er iets fundamenteel gebrokens is aan ons bestaan. Iets wat wij helemaal niet kunnen repareren. Iets waarop wij moeten wachten totdat het uur daar is. En dat eigenlijk iemand anders dat repareert dan wij zelf en eigenlijk voor ons zelf. Dat wij gerepareerd worden. Dat is ons fundamenteel vreemd. Daartegen komen wij zelfs in opstand. Wat is dat voor rare passiviteit? We zijn toch oud en wijs genoeg om onze eigen boontjes te doppen? We hebben toch zoveel in huis, zoveel talent, zoveel capaciteiten, om het leven en de wereld tot een succes te maken? Wat is er mis met targets en het zetten van stippen op de horizon? Zo hebben wij het als mensheid herrlich weit gebracht en waarom zouden we het dan niet nog een stukje verder brengen? Niets zo leuk en fijn als bij de winnaars te horen en bij het succes! Dat motiveert pas!
Veelbetekenend situeert de evangelist Johannes belangrijke discussies rondom de joodse feesten. Dit speelt zich af rondom het Loofhuttenfeest. Tot op de dag van vandaag wordt in elk joods huisgezin rondom die tijd een hut wordt gebouwd waaronder het gezin bij elkaar komt zitten. Bij voorkeur heeft de hut door het dak zicht op de sterren en is daardoor ook noodzakelijk kwetsbaar voor regen en wind. En ook al woon je hoog en droog en van alle gemakken voorzien, bouw je toch, bijvoorbeeld op een balkon, een dergelijke, provisorische hut. Om jezelf steeds weer de kwetsbaarheid van het bestaan te binnen te brengen. Dat je er nog niet bent. Dat wij er nog niet zijn, zolang ergens nog een kind huilt. Om het leven fundamenteel open te houden en ontvankelijk voor de toekomst. Israël bouwt zich hutten om te gedenken dat zij ooit in de woestijn was. En dat je misschien wel altijd in de woestijn bent. Maar nooit zonder hoop en zicht op het beloofde land. Het herinnert je eraan om je leven niet steeds in eigen beheer te nemen. Dat is eigenlijk de grondfout van het boek Exodus, dat het volk dat steeds doet en wil en zich niet aan de leiding van God durft en wil over te geven. Het leert je te wachten en te hopen. Je over te geven aan de kwetsbaarheid van het bestaan en oog en oor te krijgen voor de kwetsbaarheden van anderen. Van de zwerver-te-gast, de wees en de weduwe die met je meegaan. Het leert je te wachten op het uur U. Het leert je te wachten op God.