Beknopte weergave van de verkondiging van zondag 14 maart 2021 door Ruben van Zwieten in De Thomas. De tekst die centraal stond was Genesis 6: 13 – 22 en 7: 1 – 12 waarin Noach van God de opdracht krijgt om een ark te bouwen en er een zondvloed volgt die veertig dagen duurt.
De opname van de kerkdienst kunt u hier terugkijken of -luisteren.
Door ‘Samen sterker verder’? Of bent u meer van ‘En nu doorpakken.’ Of gaat u voor Plan B? Of voor meer toekomst, gewoon voor het geval u voor minder toekomst was. Of wil je als nihilistisch mens liever kiezen voor wat écht telt? Of slaat wat u betreft een drieslag van ‘vernieuwend, duurzaam en Europees’ beter aan? Of zeg je het liefst JA in ’21 en ben je voor nieuw leiderschap in plaats van oud?
Wat zeggen de campagneslogans vandaag de dag nog?
Het lijkt wel een zondvloed aan informatie. De wateren van de vloed komen deze dagen over de aarde. Er worden enorm veel advertenties op ons losgelaten. D66 spant de kroon met €530.000 euro aan advertenties. Het CDA gaf €150.000 uit, alleen al aan Facebook. Dat wordt over ons uitgestort alsof alle bronnen van de grote oerkolk losbarsten.
Je kunt zeggen, misschien moeten we ons richten op wat is ontworpen om te kijken waar onze stem naartoe moet. Maar ook daar is een enorme informatiestroom: we hebben de kieskompas, de woonkieskompas, de onderwijskieskompas, zorgkieskompas, de kieswijzer, de kieswijzer 2021 (van het AD), de MVO-kieswijzer, GGZ-kieswijzer, enz.
Ja, de luiken van de hemel openen zich.
Misschien dan toch maar eens het verkiezingsprogramma gaan lezen? Kijken waar het daar op neer komt. Zijn we niet eigenlijk in de kerk gewend, zeker in de protestantse traditie, om letterknechten te zijn en zo letterlijk mogelijk te lezen? Lezen wat er staat. ChristenUnie 144 pagina’s, D66 135 pagina’s, CDA 114, GroenLinks 102 enz. Maar ook hier is de vraag, wat moeten we met die informatie? Stortregen over de aarde.
Als de mensen kijken naar de Noach, zo zullen mensen ook af en toe wel kijken naar de kerk. Zitten ze daar, heel zorgvuldig, op een afgesproken tijdstip op zondagmorgen. Hele specifieke afspraken met een heel specifiek ritueel. Zo specifiek als dat de ark van Noach gebouwd moet worden met 30 el en met 300 el en 50 el in de breedte en iedereen loopt langs en denkt ‘wat gebeurt er toch eigenlijk allemaal?’ Zo zien ze die Noach op zijn werf die ark bouwen. Waarvoor is dat allemaal?
Ter voorbereiding misschien op de vloed die gaat komen. Ter voorbereiding misschien op de verkiezingen waarvan je in 2017 wist dat ze in 2021 zouden komen?
En is het daarom niet veel heilzamer om misschien ThomasBoek te volgen? Om ThomasFilm te volgen? Om zondag je oor te luisteren te leggen bij wat wij noemen ‘De Schriften’? Het vloedverhaal wijst hier uit op een stem die zegt ‘Ik richt mijn verbond met jou op.’ Want als je je dan terugtrekt in de ark, wat soms helemaal niet zo verkeerd is in een vloed van informatie, dan is dat niet een zaak van jou alleen, ‘met een boekje in je hoekje’, maar dan is dat een zaak van een verbond. Een verbond dat verder gaat dan een gesprekje en een mooie ontmoeting.
In een mensenleven is dat in de praktijk veel moeilijker en lastiger. Daarom is dat misschien iets wat vanuit de hemel moet komen. De stem die zegt ‘Ik richt mijn verbond met jou op.’ Vertrouwen in de basis om van daaruit de wereld tegemoet te treden.
Noach krijgt te horen dat hij zich moet voorbereiden. Als een veertigdagentijd: ‘zeven dagen nog en dan laat ik het regenen op de aarde, veertig dagen en veertig nachten.’ We zullen nog tellen hoe vaak dat getal veertig voorkomt. Veertig is het getal van veertig jaren in de woestijn, van Egypteland naar beloofd land en het staat voor een generatie lang, een mensenleven lang dat wij zoeken, dat wij richting proberen te vinden waar dan dat beloofde land te vinden is.
Noach moet zich voorbereiden en dan komen de wateren over de aarde, de luiken van de hemel openen zich. Veertig dagen en veertig nachten lang. Het verbond is de gang van twee aan twee. Niet ik alleen, maar jij en ik samen. En daarom snap je dat veel partijen dat willen oproepen in hun slogan, dat woordje samen. Wat daar dan ook precies mee wordt bedoeld, want ik is nooit gelijk aan jij, weten we vanuit Genesis. De ene kan de sterke broer zijn, de ander kan de zwakke broer zijn.
Wat is het bijzondere aan deze God te midden van al die goden? Zoals Huub Oosterhuis het onlangs nog zei in NRC, het wemelt van al die goden en de Bijbelschrijvers weten het. Maar deze God die even weer zijn onuitsprekelijke naam krijgt, die sluit achter hen toe. Zij gaan twee aan twee. Als het symbool van de ontmoeting. Als symbool van het verbond, van het ik en het jij. En wie doet die laatste deur, wie doet achter die laatste, dan ook daadwerkelijk die deur dicht? Als veiligheid, als vertrouwen. Dat ene zinnetje: ‘En Adonai, die uitsprekelijke God te midden van de goden, sloot achter hen toe.’
Het is veertig dagen vloed, maar dan verandert er iets. Als men in die ark is, als men zich even weer laaft aan wat de inhoud is van een goed boek, aan wat de inhoud is van een goede film, aan een goed gesprek, een goede ontmoeting. Dan wordt de wind over de aarde heen gedaan en de wateren die bedaren. De bronnen van de oerkolk en de luiken van de hemel sluiten zich.
Het is toch blijven volhouden in het geloof van die ark in een wereld vol informatie. Dat het daarmee toch af zal nemen. Dat is de belofte, dat het ook zal gebeuren aan het einde veertig dagen. Dat het dan zal gebeuren aan het einde van de veertigdagentijd, dat hij zal opstaan. Dat wij een nieuw land zullen binnentreden.
Het olijfblad van de duif betekent dit ook; ja het gaat Pasen worden. Dat wil zeggen, ja er gaat een nieuw begin komen. Hoe er ook gestemd wordt er zal een nieuw beloofd land aanbreken. Hoe onbekend dat ook nu nog is.
Deze veertigdagentijd is alleen anders dan andere jaren en we zitten in deze tijd aan de grenzen van het kunnen. Ook voor de Thomas is de vraag: ‘Wat hebben we nog in huis?’
Daarom staan deze veertig dagen bij de Thomas in het teken van oases van hoop in quarantainetijd.
Wees welkom om op adem te komen en bij te tanken. We geven wat woorden door. Maar ook liedjes en beelden van hoop. Kleine woorden en daden van verzet tegenover duivelse verleidingen om alles maar bij het oude te laten en de hoop op beter te laten varen. We vertellen wat ons vertrouwen geeft.