Beknopte weergave van de verkondiging van zondag 28 maart 2021 door Evert Jan de Wijer in De Thomas. De tekst die centraal stond was Johannes 12:1-19 waar Maria de voeten van Jezus zalft met olie.
De opname van de kerkdienst kunt u hier terugkijken of -luisteren.
Natuurlijk gaat het allemaal wel. Een mens leert ermee leven. Hier en daar is er misschien wel een voordeel te halen uit dat nu al een jaar lang leven in isolement. We leven aandachtiger. Kleiner. Toch maakt dat het gemis niet minder. Het missen van contact. Het missen van elkaar. We missen de lijfelijkheid. De spontane, niet gearrangeerde en tijden van de tevoren afgesproken, ontmoeting. De maaltijd met meer dan één persoon buiten uw eigen huishouding. Hoe je elkaar kunt treffen, zomaar op een terras. Hoe er even een gesprek ontstaat dat je uit de bubbel van je eigen overtuigingen trekt.
We zijn er ook in het evangelie van Johannes aan toe. De netten rondom Jezus sluiten zich. De overpriesters en Farizeeën hebben zich, samen met de Raad, zich er net over gebogen hoe zij het incident Jezus zo snel mogelijk weer kunnen beteugelen, weer in het gareel kunnen krijgen. Want, zo zeggen zij tegen elkaar, ‘Hij doet vele tekenen. Nog even en heel het volk zal in hem geloven en onze plaats ontnemen’. Het komt politiek niet goed uit. Het valt niet uit te sluiten dat de Romeinen ingrijpen. En daarom, zo zegt hogepriester Caiaphas, is het ‘beter dat één man sterft voor het volk dan dat een heel volk ten onder gaat’.
Voordat we hierover verwaardigd raken, is het beter te bedenken dat Caiaphas natuurlijk helemaal gelijk heeft. Hij draagt een grote politieke en religieuze verantwoordelijkheid. We zien hier het politieke gespin van alle tijden en alle plaatsen. Om de politieke stabiliteit te behouden, is een mens niet gebaat bij geruchtmakende incidenten die de oude en vertrouwde wereld opschudden. Het volk is er vol van maar dat is een slecht idee. En zo komt het dat het religieuze en politieke establishment, laat het ons met de termen van vandaag zeggen, twee verkenners vooruit sturen die eigenlijk maar één notitie kunnen maken: ‘Jezus: functie elders’. Deze Jezus en de opgestane Lazarus, zij moeten van het openbare toneel verdwijnen. Zij moeten dood.
Maar voordat dit donkere doek valt is er zes dagen voor het Pascha het feest van het leven, ergens in een huis te Bethanië. Volgens het evangelie van Johannes is het nu de derde keer dat we ons vlak voor het Paschafeest bevinden en dan is het in de Bijbel altijd opletten: dan gebeurt het. Op de derde dag, de derde keer. Dan vallen de cruciale beslissingen. En het is zes dagen voor dit Pascha. Dit Pascha zal niet minder dan een nieuwe schepping zijn, als alles in allen zal zijn en God zelf kan rusten van het werk dat hij zelf heeft volbracht.
Deze dag, zes dagen voor dit feest, heeft de Heer zich dus gezet aan de eerste dag van deze nieuwe Schepping, als er licht valt in de duisternis en de chaos, de wirwar van de dood, het aflegt. In dat huis te Bethanië wordt een maaltijd aangericht en Lazarus is daarbij, de man die uit de doden was opgewekt. Hem is nog steeds geen woord gegeven in dit Evangelie, maar Lazarus zit daarbij, als levend teken van deze eerste daad in de nieuwe Schepping waarin alles en iedereen die dood en monddood was, die door de dood de mond gesnoerd was, opgewekt wordt en aanzit aan het banket waar het herstelde leven, waar het goede en zorgvuldige leven wordt gevierd. En niet alleen hij, maar eigenlijk het hele huis baadt in dit nieuwe lentelicht.
Het is niet toevallig dat alleen de evangelist Johannes de hele intocht van Jezus en de week die daarop volgt consequent in verband brengt met de opwekking van Lazarus. In zijn opwekking uit de dood, in zijn aanwezigheid, wordt ons de beslissende leessleutel aangereikt hoe wij het aanstaande lijden en de opstanding van Jezus moeten begrijpen: als één grote overwinning op de chaos, op het duister, op de dood waarvan de opstanding van Lazarus al de voorsmaak is.
Anders dan de andere evangelisten plaatst Johannes de zalving van Jezus niet in een willekeurig huis in Bethanië maar bij uitstek in dat huis waar eerst de geur van de dood en de wolken van verdriet waren. De zusters van Lazarus, Martha en Maria zijn daar. Waar eerst de Heer zelf in huilen uitbarst bij de dood van Lazarus, heerst nu de vreugde van de opstanding. Baadt dit huis in het voorzichtige licht van Pasen. Plaats en mens is hier niet willekeurig gekozen. Het licht van het leven, het licht dat de chaos van de dood beteugelt, schijnt niet op de wereld in het algemeen maar in het bijzonder op de plaatsen waar het broodnodig is. Dat licht van het leven valt in Bethanië. Dat betekent: het huis van de arme. En het valt op Lazarus in het bijzonder. Van Lazarus weet de evangelist Johannes van zijn kompaan Lucas dat hij de arme bij uitstek is: de genegeerde bedelaar op de drempel van de rijke. Lazarus is de vermoorde onschuld. De vermoorde onschuld zoals ook Jezus dat zal worden.
In dat licht, in het licht van een wereld waarin alle dingen anders zullen worden, in dat licht wil de evangelist Johannes dat wij naar dit verhaal van de intocht van de Heer kijken. En onderweg zijn er pleisterplaatsen waar wij deze wereld weer even kunnen zien in dit nieuwe licht. Zoals in dat huis met meer dan één huishouden. Een huis waar wij vandaag meer ontvankelijk voor zijn omdat daar mensen bij elkaar aan tafel zijn, voeten, lichamen worden aangeraakt en de geur van goedheid, de vroegere geur van dood en ziekte verdrijft. En onderweg lijken er twee typen mensen te zijn die dat zien. Zij die het zien maar dat niet willen en zij die het zien en zich daar hartstochtelijk aan overgeven. In dat huis der arme drommels is het Maria, zittend aan de voeten van haar leermeester, die het meest kostbare wat zij heeft, dure olie, uitschenkt over deze mens. De geur van een nieuwe schepping verspreidt zich hiermee over de chaos en het duister van de dood en de ziekte die het daar voorheen voor het zeggen had. Maar direct hiertegenover volgt de repliek van Judas Iskariot die haar deze enorme verspilling verwijt waarmee gemakkelijk vele armen gevoed hadden kunnen worden. Dat komt aan. Zeker in het huis der armen met Lazarus aan tafel. Judas wil – net als de Farizeeërs – de oude wereld, de oude wereld laten. Dat blijft alles zoals het altijd is geweest. Dan blijven de armen afhankelijk van liefdadigheid.
Die liefdadigheid kan je dan ook maar zomaar afgepakt worden. Of bejegend worden met een structureel wantrouwen waarvoor je zelfs een ambtelijk apparaat, afdeling wantrouwen, optuigt. Laten we maar gewoon structureel aannemen dat Fatima met haar toeslagen rommelt. En laten overigens volksvertegenwoordigers die daar moeilijk over doen, daar eens een keer hun mond over houden! Structureel verandert er zo aan de samenleving niets. Maar Jezus, deze mens van Godswege, schrijdt als zelf een bedelaar, een arme van het land, de stad van de mens binnen! Hij geeft structureel voorrang aan de arme, aan de monddood gemaakte mens en is zo Messias. Is zo Koning der Joden. En hem herkennen de armen en de onttrechten. Zij zitten bij hem aan tafel, op de eerste rang. In oude rechten, in rangorde en volgorde herstelt, en dat is echt wat anders dan het betonen van wat liefdadigheid, naar eigen inzicht en believen wel of niet door de rijken en de machtigen betoond. Jezus haalt het onderste boven en laat dat voorop gaan. En wie dat zien, wie dat herkennen, zijn de onmachtigen. De doodverklaarden. Zij die nooit aan het woord komen. Vrouwen als Maria maar ook de schare die deze gestalte herkent vanuit oude, haast vergeten beloften die zij nooit vergeten waren. Hij zou komen als koning, zeker. Maar wel volgens het woord van Zacharia, als één van hen, als één van de kleinen. En hij zal die weg helemaal gaan. Als uitschot, als een misdadiger, zal hij hangen. Maar precies zo komt het onderste boven. Breekt een nieuwe schepping aan. De functie van Jezus is elders. Maar precies zo komt ons leven terecht.
Deze veertigdagentijd is alleen anders dan andere jaren en we zitten in deze tijd aan de grenzen van het kunnen. Ook voor de Thomas is de vraag: ‘Wat hebben we nog in huis?’
Daarom staan deze veertig dagen bij de Thomas in het teken van oases van hoop in quarantainetijd.
Wees welkom om op adem te komen en bij te tanken. We geven wat woorden door. Maar ook liedjes en beelden van hoop. Kleine woorden en daden van verzet tegenover duivelse verleidingen om alles maar bij het oude te laten en de hoop op beter te laten varen. We vertellen wat ons vertrouwen geeft.