Voor ThomasBoek van maart 2021 gingen dominee Evert Jan de Wijer en Tabitha van Krimpen in gesprek over de roman ‘De Stem’ van Jessica Durlacher. Wat zegt dit boek over de Westerse ambivalentie ten opzichte van religie in het algemeen en de Islam in het bijzonder? Welke houding zou je aan kunnen nemen t.o.v. ‘het vreemde’ dat zich aan je opdringt? Deze vragen komen aan bod in weer een nieuwe ThomasBoek!
“De Stem speelt zich af tegen de achtergrond van de grote gebeurtenissen die dit millennium inluidden – een rijke roman met een stuwende kracht, over familie, loyaliteit, en het grote offer dat engagement van mensen vraagt.“
“De Stem speelt zich af tegen de achtergrond van de grote gebeurtenissen die dit millennium inluidden – een rijke roman met een stuwende kracht, over familie, loyaliteit, en het grote offer dat engagement van mensen vraagt.
Een vrome Somalische asielzoekster komt als oppas in dienst bij het gezin van Zelda en Bor, en ontpopt zich tot hun verbazing als een fenomenale zangeres. Haar naam is Amal. Ze is zo goed dat Zelda en Bor haar opgeven voor de populaire talentenshow De Stem. Tijdens haar spectaculaire eerste optreden verrast Amal het miljoenenpubliek met een dramatisch gebaar dat tot een vloedgolf van bedreigingen leidt. Het gezin voelt zich geroepen haar te beschermen en wordt zo meegesleurd in conflicten die hun veilige wereld voor altijd zullen veranderen.”
Jessica Durlacher (1961) debuteerde in 1998 met de roman Het Geweten, die werd bekroond met de Debutantenprijs en de Gouden Ezelsoor. Voor haar voorlaatste roman De Held, die ook werd verfilmd, ontving ze de Opzij-literatuurprijs.
Durlacher vertaalde de graphic novels Maus I en Maus II van Art Spiegelman. Samen met haar man Leon de Winter bewerkte ze in 2013 het dagboek van Anne Frank tot het toneelstuk Anne. De stem is haar vijfde roman.